De tijd is weer aangebroken om uw grasland te beoordelen. De droogte van de afgelopen 3 jaar en ook de vorst en sneeuw van februari laten hun sporen na in grasland. Het is dus belangrijk om kritisch naar het gras-klaverbestand te kijken. Pas de juiste actie toe op basis van het aandeel goede grassen en klavers in uw grasland. Loop in een W-vorm door het perceel en beoordeel welke categorie uit de tabel van toepassing is.

beoordeling grassen

aandeel goede grassen categorie actie
> 80% goed geen
50 – 80% matig doorzaaien gras
< 50% slecht herinzaaien
> 20% kweek slecht herinzaaien

Goede grassen zijn onder andere Engels, Italiaans en gekruist raaigras, timothee, beemdlangbloem, veldbeemd en rietzwenk. Let bij de niet gewenste soorten vooral op kweek, straatgras en ruw beemdgras. Dit soort onkruidgrassen zijn meestal te vinden op plekken waar schade was door droogte, te nat of door vertrapping. Ook percelen waar ridderzuring uit de hand loopt kunnen beter worden aangepakt.

Klaveraandeel

Beoordeel de klaver apart van het grassenbestand. Zeker in maaipercelen is het streven om een flink aandeel klaver te hebben staan. Als vuistregel geldt dat 50% uit klaver moet bestaan, op basis van de droge stof. Bij dit klaveraandeel (of hoger) is bemesting nauwelijks nodig. En praktisch betekent dat in het vroege voorjaar: “onder iedere voetstap 1 klaverplant”. Hierbij is het vaak niet erg als er een enkel perceel een laag klaveraandeel heeft. Dit perceel kan dan met een aantal mestgiften wel productief gehouden worden. Maar als een groot deel van de percelen wegzakt in klaveraandeel kan dit een probleem worden. Vernieuw dan op tijd.

Op het weideplatform ligt het streefniveau van klaver lager, op ongeveer de helft van maaipercelen. Blijvende weilanden met nauwelijks klaver kunnen soms nog verrassend productief zijn. Zeker bij een hoog aandeel gras in het rantsoen, is 1/3 deel klaver ruim voldoende voor een goede stikstofnalevering met behoud van een gezond basisrantsoen. Kijk hier kritischer naar het grasbestand.

 

beoordeling klaver maaipercelen

Aandeel klaver (in ds) categorie actie maaipercelen
> 50% goed geen
30 – 50% matig doorzaaien klaver
10 – 30% matig afhankelijk van mestruimte anders herinzaai
< 10% slecht
 

 

beoordeling klaver beweidingspercelen

Aandeel klaver (in ds) categorie actie maaipercelen
> 50% goed geen
30 – 50% goed geen
10 – 30% matig afhankelijk van situatie doorzaai/ herinzaai/ niets
< 10% slecht

 

Wiedeggen

In een grasklaverperceel heeft wiedeggen voor- en nadelen. De voordelen van wiedeggen zijn: opruimen van ondiep wortelend onkruid (bijv. straatgras, ruwbeemd en muur), meenemen van dode plantresten (smakelijkheid bij weiden) en het beluchten van de toplaag om zo ook de grasplant “wakker” te maken.

Een nadeel van het wiedeggen is dat klaver hier wel wat last van heeft. Zo worden uitlopers van witte klaver bijvoorbeeld losgetrokken. Ook de berijding/ verdichting is uiteraard niet gunstig.

Open zode doorzaaien

Als vuistregel geldt dat we graag per vierkante decimeter (10 x 10 cm) minimaal 1 gezonde spruit gras en/of klaver zien staan. Heeft het grasland een hollere stand maar staat er wel redelijk wat klaver, dan is doorzaaien zeker de beste optie om de mat weer te verbeteren.

Op echte kale plekken (droge koppen of vaak de kopakkers) heeft doorzaaien in 2 richtingen het meeste kans van slagen. Door eenmaal in de lengterichting en eenmaal diagonaal te rijden, ontstaat een smalle ruitvorm die na uitstoelen snel de bodem bedekt heeft en onkruiden onderdrukt. Is de uitval een gevolg van muizen of insecten zoals engerlingen, bedenk dan goed wat de beste oplossing is. Kies dan met doorzaaien beter voor extra robuuste componenten.

Succesfactoren van doorzaaien

Het in stand houden van de graszode via doorzaaien is niet altijd succesvol. Voldoende vocht en licht zijn belangrijker dan het type doorzaaimachine. Hoe meer factoren gunstig zijn, hoe succesvoller het doorzaaien is. Denk hierbij aan:

  • Vocht in de bouwvoor en toplaag van het gras
  • Groeizame weersomstandigheden
  • Bestaand gras afweiden (zonlicht benutten). Dit heeft zin vóór het doorzaaien en na het doorzaaien en geeft meer ruimte aan de jonge planten.
  • Ruimte maken in de bestaande graszode bij doorzaaien (via een wiedeg of snijkouters een “zaaibed” creëren)
  • Zaaizaad aandrukken om contact te hebben met het bodemvocht

Doorzaaien in het vroege voorjaar is vaak het meest kansrijk omdat er dan zeker vocht is. Het klaveraandeel vergroten via doorzaaien is zeker mogelijk maar grote sprongen in klaveraandeel (bijvoorbeeld van 10% klaveraandeel naar 50%) zijn niet realistisch. En het vraagt ook wat meer geduld om te beoordelen of klaverdoorzaai een succes is geweest.

Doorzaaien of zodebemesten

Wat komt eerst: Doorzaaien of zodebemesten? In de meeste situaties is het beter om eerst drijfmest uit te rijden en vervolgens pas door te zaaien. Op deze manier zal de mest de kieming van het zaaizaad minder verstoren.

Zeker onder droge omstandigheden kunnen mestkorsten ontstaan, die de begingroei van de jonge plantjes verstoren. Het is toch wel mogelijk om wat zaaizaad met de mest toe te dienen. Uit onderzoek bleek wel dat met deze methode een veel kleiner deel van de klaver kiemt ten opzicht van “gewoon” doorzaaien. Maar omdat voor deze methode geen specifieke machine nodig is en omdat het vrijwel niets kost kan het soms toch een goede optie zijn. Beperk in dit geval wel de mestgift tot bijvoorbeeld 20 m3.

Wordt het grasland van vaste mest voorzien? Gebruik dan stalmest die al goed rijp, dus fijn te verstrooien, is. Laat de draagkracht van het grasland het niet toe om vroeg vaste mest te verspreiden, start dan eerst met doorzaaien om versmering en versleping van mestdeeltjes via de doorzaaimachine te voorkomen.