Méteilmengsels: duidelijk een blijvertje!
Een méteilmengel is een mengsel van meerdere graansoorten en vlinderbloemigen. De mengsels kunnen zowel op wintergraan/winterleguminosen zijn afgestemd als op zomergraan en zomerleguminosen. De soorten kunnen verder nog afgestemd worden op grondsoort of andere wensen. De vlinderbloemigen die goed samengaan met deze granen zijn bijvoorbeeld: veldbonen, wikke, lathyrus, Franse wikke en/of erwten. Klavers kunnen ook toegevoegd worden aan een mengsel, echter de meerwaarde hiervan is beperkt. Dit komt door de korte groeiperiode en de hoge biomassa van het gewas. Een méteilmengsel wordt meestal geoogst als ruwvoer of GPS. Dorsen is bij een hoge diversiteit meestal niet slim. Het grote voordeel van een breed mengsel is de enorme groeikracht en ook de betere ruwvoerkwaliteit.
Méteil als ruwvoer
Méteilmengsels kun je oogsten tussen eind april en eind juni, maar worden het beste geoogst op een vroeg bladrijk stadium. Op het vroege bladrijke stadium heeft het gewas een drogestofpercentage tussen de 22% en 35%. Het voer is op dit moment rijk aan eiwit en suiker. Echter, het is in dit stadium erg nat, maar door enorme massa is het niet verstandig het gewas voor het hakselen of persen veel te laten drogen. De grote massa van het gewas kan problemen veroorzaken tijdens het oogsten. Het is belangrijk bij zwadmaaien en het oogsten met een GPS-maaibord niet te hard te rijden. Het GPS-maaibord uitrusten met verticale snijmessen aan beide zijkanten maakt het oogsten een stuk makkelijker. Het is aan te raden om kort te hakselen of tijdens het persen met alle messen te snijden. Dit maakt het verdringen van zuurstof tijdens inkuilen of persen makkelijker. Verder is het belangrijk tijdens het inkuilen of persen voor voldoende druk te zorgen wat de conservering ten goede komt. En het is ook slim om tijdens het oogsten een inkuilmiddel toe te voegen. Eiwitrijk, natter voer is gevoelig voor broei, zorg dus voor een hoger voersnelheid.
Opbrengst en voederwaarde van méteil
De opbrengst van een méteilmengsel is al snel (begin mei) 5 ton drogestof per hectare. Dit loopt wel op naar ruim 10 ton richting half juni. Uit verschillende voederwaardeanalyses blijkt dat de voederwaarde van een méteilmengsel, afhankelijk van de samenstelling bij en tijdstip van oogst, erg verschilt. Daarnaast zijn voor het analyseren van méteilmengsels nog geen goede ijkgegevens. Vaak wordt bij een analyse de richtwaarde van graan (GPS) gebruikt. De voederwaarde ligt in de praktijk – zeker bij vroege oogst – waarschijnlijk hoger dan op de analyse staat aangegeven. Het is in ieder geval goed ruwvoer voor melkgevende herkauwers.