Soortenrijke weidemengsels van grassen, bloemen en klavers bewijzen zich op zandgronden. Melkveehouders Gerlof Pronk uit het Drentse Echten en Paul Schots uit het Brabantse Breugel behalen goede resultaten met de mengsels, ook bij droogte, minder mest en zonder extra werk.

Zowel Gerlof Pronk als Paul Schots hebben te maken met een zandgrond met extra droge zones op hogere punten van het bedrijf. Paul: ‘Ik boer op de voormalige grond van een oom. Die had destijds een put voor beregening gemaakt, maar die is sinds een jaar of vijfentwintig verzand. Ik hoorde van Pim Clotscher over de mogelijkheden van droogtetolerante weidemengsels. Als biologische boer sprak me dat aan. We hebben beperkt mest en in die kruidenrijke mengsels zit klaver. Ik had eerst geprobeerd klaver door te zaaien in bestaand grasland maar dat was weinig succesvol. Met Pim ben ik toen begonnen om na maïs kruidenrijk grasland te zaaien. Dat is nu op driekwart van ons bedrijf gedaan.’

Gerlof heeft op zijn percelen zandkoppen die tot anderhalve meter hoger liggen. ‘Met een mengsel breng je diversiteit op je landerijen. Bovenop zo’n bult ontwikkelen zich andere soorten sterker dan vlak bij een lager gelegen vennetje.’ De Drentse veehouder ging met Pim van Neutkens Zaden rond over zijn bedrijf en in overleg pasten ze het mengsel aan op de omstandigheden van het bedrijf. ‘In de eerste mengsels hadden we wel 20 soorten. Nu is het iets minder divers. Het is leuk om de pimpernel erin te hebben, maar duizendblad groeit hier vanzelf wel.’

Productief

De mengsels tonen zich goed bestand tegen droogte. Gerlof: ‘Dat verschil met gras heb ik de afgelopen drie jaar goed gezien. Een mengsel wordt ook droog in die jaren, maar zodra er een bui valt wordt het direct weer groen. Eerst komen de kruiden en die trekken het gras weer mee.’ Paul ziet hetzelfde herstellingsvermogen op zijn bedrijf. ‘Heel veel kruiden blijven het goed doen en we hebben wat lichte uitval bij de grassen. Bij erge droogte kunnen we die opnieuw doorzaaien.’

De Brabantse melkveehouder noemt het voer dat de weidemengsels opleveren evenwichtig. ‘We hebben maar heel weinig antibioticum nodig. Het aantal gevallen van uierontsteking is gedaald. De koeien vreten het graag. Op de verder weg gelegen percelen hebben we veel rode klaver, die voor structuur in het voer zorgt.’ De getallen voor voederwaarde, ruw eiwit en structuur zijn heel goed en Paul maakte mooie stappen in productiviteit van het melkvee van gemiddeld 6.300 naar 7.300 vorig jaar en dit jaar koerst hij zelfs naar 8.300 kilo melk per jaar. Die verhoging komt door een set van verbeteringen op het bedrijf, waarvan de weidemengsels van Neutkens Zaden één onderdeel is.

Normaal behandelen

‘Je behandelt zo’n kruidenrijk mengsel als normaal grasland’, aldus Gerlof. ‘Er kan iets minder mest op dankzij de klavers. Wij roteren 1 op 5 en ik ben dan ook benieuwd hoe het graan en de venkel het op die percelen zullen doen.’ Als extraatje haalt de melkveehouder arbeidsvreugde uit de vlinders en bijen en de biodiversiteit op zijn bedrijf. ‘Ik laat bij het maaien soms expres een strook staan om het te laten bloeien en om te zien wat er gebeurd zou zijn als ik twee of drie weken later had gemaaid.’

Paul vindt dat de diversiteit goed past bij zijn biologische bedrijf. ’Het kruidenrijke grasland ziet er iets rommeliger uit. In het voorjaar is de cichorei nog zacht en eten de koeien het en laten ze een strak schone weide achter. Later grazen ze de blaadjes er wat af en blijven de stengels staan. In de nazomer bloeit de smalle weegbree. Je zou de bloter erbij pakken, maar dat hoeft eigenlijk niet. Het gaat niet ten koste van de groei van het mengsel, het ziet er alleen wat stengelig en dus rommelig uit. Het werk is vergelijkbaar met gewoon grasland. Ik maai de distels aan de randen wel weg. Volgens het Louis Bolk Instituut is het goed om drie jaar het mengsel te doen en dan weer maïs, want dan neemt die het meeste op uit de resten van het weidemengsel. Ik houd de zode jong. Komt er een beetje onkruid in, dan maak ik me niet heel druk erom. Over een jaar is er dan wel weer maïs en daarna zaaien we een nieuw mengsel.’