Familie Meekma uit het Friese Deinum teelt kruidenrijke grasklaver. In de droge zomers van 2019 en 2020 bleek dat productief te zijn en het bleef goed groen onder die omstandigheden. In het natte en koele 2022 geen sprake van dat voordeel. Klaas Sjoerd Meekma zegt dat ze doorgaan met de teelt. Met een kleine mestgift voorkomen ze dat de klaver te dominant wordt in het mengsel.
Ten westen van Leeuwarden zijn de bodems rijk aan klei en het weer is er meestal koeler en natter dan in andere delen van Nederland. Op deze grond boeren geitenhouders Jannie en Klaas Sjoerd Meekma en hun dochter Antsje. Ze begonnen in een leegstaande oude boerderij (van 1884) in 1990 met melkgeiten.
„Mijn ouders waren geen boeren, mijn grootouders wel. We begonnen dus met niks”, vertelt Klaas Sjoerd. „ Wij zitten op oude zeeklei. Eerst hadden we wat kalfjes en stiertjes en stalling voor boten en caravans en toen 125 geiten om mee te beginnen. In 1998 groeide dat uit naar duizend geiten, ieder jaar zo’n zeven- tot achthonderd lammeren.”
Het fokken en melken beviel de Meekma’s goed. Vanaf 2006 verwierven ze grond en dankzij de ruilverkaveling konden ze die grond in 2012 rondom de boerderij krijgen.
„Nu hebben we 26 hectare eigen grond en 15 hectare huur op afstand. Voorheen was het aanvoer van voer en afvoer van mest en nu proberen we dat grotendeels op eigen land te doen.” Ze teelden graszaad en koolzaad, maar stapten over naar het 1 op 3 grond verhuren aan een pootgoedteler en wisselen dat af met grasklaver voor de geiten.
Aan de grasklaver voegde Meekma kruiden toe. Zaadhandel Neutkens kan een mengsel op maat leveren. Behalve die mengsels neemt de veehouder ook mengsels af voor een plukweide en een strook langs het fietspad.
„Sander Bernaerts van Neutkens stelt wel eens wat voor wat past in mijn bedrijf en ik vind sommige soorten gewoon mooi om te zien.” Op die manier kwam bijvoorbeeld de felgekleurde inkarnaatklaver in het mengsel. Andere soorten, zoals cichorei passen goed in het menu van de geiten.
Droogte
In de droge seizoenen 2019 en 2020 draaide de productie van de grasklavermengsels volgens Meekma gigantisch goed.
„Het resultaat ligt natuurlijk aan de combinatie van grond en weer. In deze buurt hebben we negen van de tien keer te veel water en minder warmte. Dat is vaak anders dan in het zuiden van het land. Daarom ligt een dergelijk mengsel voor de hand op zuidoostelijk zand, maar in de droge jaren deed het hier ook zijn werk. Als het perceel groen blijft, is dat ook goed voor het gras.”
Als samenwerkend systeem is het mengsel sterk, valt Meekma op. Daarbij is de voederwaarde goed, mits de klaver niet de overhand krijgt.
„In de acht jaar dat we grasklaver telen, zagen we dat de klaver te zeer gaat overheersen als we niet mesten. Dan wordt de kuil te eiwitrijk en krijgen de geiten een eiwitvergiftiging, wat je merkt aan de diaree die ze dan hebben. Daarom strooi ik een beetje kunstmest voor de goede verhouding in het mengsel.”
De mest van de geiten wil de veehouder zo veel mogelijk op eigen grond kwijt.
„Normaal gesproken kunnen we alleen in het vroege voorjaar niet op het land en als we in maart pas mest aanvoeren komt dat in de eerste snede terecht. Daarom strooien we de mest in de wintervoor voorafgaand aan de aardappelteelt en voor de zaai van nieuw grasklaverland.”
De geitenmest compenseert de afbraak van organische stof tijdens de akkerbouwperiode met pootaardappelen.
„Het is goed voor de grond en het watervasthoudend vermogen. In de pootgoedteelt op die percelen zie je dat de planten de kopjes niet snel laten hangen.”
Van links naar rechts: Maart: Jannie Meekma in tweedejaars gras-, klaver- kruidenveld. In dit veld komen nu pootaardappelen – Juni: Derde snee gras-, klaver-, kruidenveld – Vierde snee tweedejaars gras-, klaver-, kruidenveld
Productief
De familie realiseerde zeer hoge producties met de grasklavermengsels.
„Gemiddeld haalt grasland een 10 ton, maar wij haalden van een perceel 20 ton in zes sneden en op een ander perceel 18 ton. Dat haalden we in 2021 niet. Toen zagen we dat de stikstof bij de vele regen wat uitspoelde en heb ik wat bijgestrooid.”
De hoeveelheid stikstofkunstmest die Meekma gebruikt zit maximaal op de helft van de advieshoeveelheden.
„Ik bemest dus wel, maar doe dat met weinig.”
Als de klaver te sterk overheerst en de eiwitgehaltes te hoog zijn in de kuil, kan Meekma de kuil niet voeren aan zijn eigen geiten.
„Ik heb geen mogelijkheid het voer te mengen. Daarom ging de te eiwitrijke kuil naar een familielid van me die een voermengwagen heeft. Ik heb zelf voor de geiten voer nodig met relatief meer energie erin.”
De veehouder blijft experimenteren met nieuwe soorten in het mengsel. Wat begon met cichorei en smalle weegbree, groeide uit tot meer soorten en andere klavers. Rode klaver zaait zichzelf niet uit, terwijl witte wel terugkomt. Daarom past witte klaver goed in de meerjarige teelt. De diversiteit is goed in droge zomers. Die zullen in de toekomst misschien wat vaker voorkomen.
Meekma: „Ik hoop vooral dat 2022 niet weer zo nat en koud wordt als 2021. We willen er graag een beetje zon bij!”