‘Op de Wilhelminahoeve laat ik zien wat we bedoelen met biodiversiteit’

Pim Clotscher combineert zijn werk als adviseur voor zaadhandel Neutkens met loonwerk voor biologische veehouders en het eigen biodynamische akkerbouwbedrijf Wilhelminahoeve op Sint Philipsland. Daar vermeerdert hij onder ander zaden voor Neutkens.

Sinds 2017 is Pim Clotscher één van de gezichten voor de klanten van Neutkens die advies over landbouwzaden geeft. Daarvoor was hij al sinds 2006 werkzaam in de biologische sector. Vlak na zijn afstuderen aan de biologisch dynamische land- en tuinbouwschool Warmonderhof, ging Pim in loondienst bij de Wilhelminahoeve op Sint Philipsland. Vanaf 2011 ging hij als zelfstandige verder in de agrarische dienstverlening. Daarna kwamen de eerste eigen teelten op huurgrond en startte hij onder de naam Mechanische Schoon een gespecialiseerd loonbedrijf dat complete teelten verzorgt voor biologische veehouders ‘van ploegen tot oogst’.

In 2017 startte Pim bij Neutkens als adviseur en verkoper van biologische zaaizaden. Dat betekende dat hij overdag loonwerk deed en ondertussen op de trekker voortdurend telefoontjes aannam. De bestellingen die daaruit voortvloeiden werden ‘s avonds – vaak vanuit een bed&breakfast –  verwerkt en ingediend.

Eind 2019 diende zich een kans aan om zelfstandig te gaan boeren op de Wilhelminahoeve, het bedrijf dat Pim al kende als zijn eigen broekzak en waar hij ooit op zijn eerste stagedag in 2004 zijn hart verloren had. De kans om te gaan boeren op de Wilhelminahoeve greep Pim met beide handen aan.

Grond en natuur
Toen Pim de Wilhelminahoeve in gebruik nam, investeerde hij direct flink in de slecht onderhouden bodem. Deze investering in de grond betrof onder andere de aanleg van peilgestuurde drainage op 50 hectare van het bedrijf. “We voegden percelen samen, dempten sloten en legden nieuwe sloten aan. Het water is hier zoet genoeg voor beregening omdat er vanuit het Schelde-Rijnkanaal zoet water het eiland op gepompt wordt. We brengen het van onderaf via de drainage bij de planten.”

De Wilhelminahoeve ligt middenin een krekengebied met bonte gronden. De grondsoort varieert van lichte zavel (15 procent afslibbaar) tot zware klei (60 procent afslibbaar). Naast circa 80 hectare erfpacht huurt hij in de omgeving nog 15 hectare natuurland dat bestaat uit natuurgebieden en dijken van Stichting Het Zeeuwse Landschap. Deze gebieden worden gebruikt voor begrazing, hooien en voor het maken van bokashi, gefermenteerd organisch materiaal, dat wordt ingezet als ‘organische stof-booster’.

Eind 2021 is er veel natuur aangeplant om de diversiteit op het bedrijf te vergroten. Rondom het bedrijf is een gemengde haag van bijna 2km lengte aangeplant, bestaande uit inheemse bloeiende en vruchtdragende soorten. Aan huis is een gemengde hoogstamboomgaard aangeplant, langs de nieuwe sloten staan honderd knotwilgen. Er is een walnotenlaan met twintig bomen, er zijn verschillende overhoeken met bloemenmengsels en ongerepte ruigtes. De Wilhelminahoeve doet aan natuurbeheer en slootkantenbeheer.

Veehouderij
Op de Wilhelminahoeve is in 2010 een moderne potstal voor tachtig koeien gebouwd. Daarmee zou het bedrijf grotendeels zelfvoorzienend kunnen zijn in voer en mest. Deze stal wordt nu niet gebruikt omdat het ontbreekt aan een natuurvergunning. Zoals zovelen heeft de Wilhelminahoeve te maken met beperkingen vanuit de stikstofwetgeving. Toch wordt er gebouwd aan een meer gemengd karakter op het bedrijf, met als doel een robuust, gezond, zelfvoorzienend gemengd bedrijf. Er is veel eigen grasklaver en ook een royale reststroom uitgesorteerd graan, dat als krachtvoer fungeert. Koeien worden hier niet geboren voor het vlees, maar er worden MRIJ-stiertjes en -osjes aangekocht van een biologisch melkveebedrijf om af te mesten.

De kleine schapentak van een handjevol dieren is bedoeld om uit te groeien tot een volwaardige kudde van zo’n honderd moederdieren, zodat zij het grasklaver in de winter kort kunnen houden. Grasklaver blijft in de tegenwoordige warme winters steeds vaker doorgroeien.

Zaadvermeerdering van Z(aaien) tot A(fleveren)
De teelten van Pim zijn de rustgewassen grasklaver en luzerne, witlofpennen (het enige gewas voor menselijke consumptie) en de specialisatie: zaadvermeerdering voor Neutkens.

“Daarvan hebben we veel granen: zomer- en wintergerst, tarwe, haver, rogge, spelt en triticale. Verder vermeerderen we erwten en veldbonen en bloemzaden, waarvan een deel in het wild geoogst wordt. Met de eigen zaadteelt proberen we ons te onderscheiden.”
Dat onderscheid zit onder meer in de andere rassenkeuze: “Dat kan gaan om droogtetolerante soorten of tarwe met goede bakkwaliteit voor de teelt op zand. Doordat we de hele teelt in eigen hand hebben, kunnen we op die eigenschappen selecteren. Het levert een assortiment op dat is afgestemd op biologische en biodynamische teelt.”

Soms zijn er verrassende mogelijkheden met de biologische rassen.
“We vermeerderen bijvoorbeeld een zaadvast maïsras. Er staat een prachtig egaal gewas dat niet onderdoet voor hybride maïs.”
Nederlandse vermeerdering heeft als meerwaarde dat er minder gesleep met product plaatsvindt, waardoor de ecologische voetafdruk kleiner is. Het bevordert ook regionale landbouw. Zo wordt het mogelijk om de bakker in de buurt te voorzien van een regionaal geteeld graan met goede bakeigenschappen.

Pim heeft een kistenbewaring met een opslagcapaciteit van 300 ton zaadgoed. Alles ligt in eigen handen. Dat begint bij de rassenkeuze en gaat via teelt, oogst, bewaring en schonen tot certificeren.

Groeiende interesse
“Er zit veel kennis bij Neutkens; van het samenstellen van mengsels, van het specifiek inpassen van geschikte biodiversiteit, marktwerking, theoretische en praktische kennis. Dat komt goed uit, zeker nu de biovijver steeds groter wordt. We moeten de ontwikkeling een stapje voor blijven. Op mijn eigen bedrijf laat ik zien dat je zo goed kunt werken. Zeg maar ‘practice what you preach’, handelen zoals je het zegt dat het moet. We kunnen laten zien wat we bedoelen met biodiversiteit. Ik hoop het steeds verder uit te bouwen als een gemengd biodynamisch bedrijf, een voorbeeld van de landbouw van de toekomst.”